Dirkzwager legal & tax

Het recht op klantenvergoeding van een handelsagent: kan dit recht toch worden uitgesloten?
7 Maart 2016
De wetgeving inzake handelsagenten is in Europa gebaseerd op een uniforme Europese richtlijn (86/653/EG) en is daarom verregaand geharmoniseerd en wettelijk genormeerd. De richtlijn bepaalt dat enkele bepalingen dwingend in de betreffende nationale wetgeving geïmplementeerd moeten worden. Dat betekent dus dat zowel de ondernemer als de handelsagent hiervan niet kan afwijken; afwijkende contractuele afspraken zijn ongeldig. Een van die dwingende voorschriften is het beroemd beruchte recht van de handelsagent op klantenvergoeding, wanneer de agentuurovereenkomst door de principaal wordt beëindigd.

Puur Duitse zakenrelatie
Indien sprake is van een puur Duitse zakenrelatie, dus indien zowel de handelsagent als de principaal gevestigd is in Duitsland en het contractgebied zich in Duitsland bevindt, dan is contractuele uitsluiting van het recht op klantenvergoeding onmogelijk. Dit geldt ook indien sprake is van een puur Nederlandse relatie. Volgens de algemene opvatting kan toepassing van deze bepaling ook niet worden omzeild doordat overeengekomen wordt dat een ander recht van toepassing is waarin dit recht op klantenvergoeding niet bestaat.

In grensoverschrijdende situaties is dit onder bepaalde omstandigheden echter wel mogelijk.

Werkzaamheden buiten de EU/EER
Bij handelsagentuurovereenkomsten is een afwijking van de dwingende wettelijke voorschriften mogelijk, wanneer de handelsagent zijn werkzaamheden uitoefent buiten het gebied van de EU c.q. de EER en indien op de overeenkomst Duits recht van toepassing is. Hierbij is het niet van belang waar de vestigingen van de handelsagent zich bevinden of waar hij gevestigd is, maar waar hij zijn werkzaamheden uitoefent. Voor een handelsagent die gevestigd is in Duitsland en die in de VS zijn werkzaamheden uitoefent, geldt niet de bescherming krachtens de wettelijke voorschriften voor handelsagenten. In dit geval is uitsluiting van het recht op klantenvergoeding mogelijk. Een Duitse principaal die een overeenkomst aangaat met een handelsagent die gevestigd is in Duitsland, maar waarbij als werkgebied Algerije wordt overeengekomen, kan dus het recht van de handelsagent op klantenvergoeding uitsluiten.

Werkzaamheden binnen en buiten de EU/EER
Indien de handelsagent op basis van een overeenkomst zijn werkzaamheden zowel binnen als buiten het gebied van de EER uitoefent, kan volgens de algemene opvatting dwingende Duitse wetgeving inzake handelsagenten – dus ook het recht op klantenvergoeding – niet uitgesloten worden. Praktisch gezien verdient het daarom aanbeveling om voor de verschillende locaties waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, telkens aparte overeenkomsten te sluiten. Bij locaties buiten de EER waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, zou dan het recht op klantenvergoeding kunnen worden uitgesloten, mits dit nadrukkelijk overeengekomen is. Bovendien verdient het aanbeveling om in de overeenkomst niet enkel een bepaling op te nemen volgens welke Duits recht op de overeenkomst van toepassing is, maar ook een bepaling volgens welke de rechterlijke bevoegdheid uitsluitend berust bij een rechtbank in Duitsland. Indien dit niet gebeurt, bestaat de mogelijkheid dat een buitenlandse rechtbank de uitsluiting van het recht op klantenvergoeding op basis van de nationale rechtsorde ontoelaatbaar acht.

Uitsluiting van het recht op klantenvergoeding door rechtskeuze
Een andere mogelijkheid om het recht op klantenvergoeding uit te sluiten, biedt de keuze van een buitenlands recht dat geen recht op klantenvergoeding kent of waarin het recht op klantenvergoeding dispositief is. Maar ten aanzien hiervan gelden krachtens een arrest van het HvJEG (Ingmar-arrest) beperkingen.

Dit arrest had betrekking op de volgende situatie: een handelsagent die gevestigd was in Groot-Brittannië, werd door een ondernemer die gevestigd was in Californië, belast met de verkoop van goederen in het contractgebied Groot-Brittannië, dus in een lidstaat van de EER. Op de handelsagentuurovereenkomst werd Californisch recht van toepassing verklaard. Dit recht kent geen recht op klantenvergoeding. Deze zaak werd bij het HvJEG aanhangig gemaakt, waarna het HvJEG oordeelde dat een ondernemer die is gevestigd in een land buiten de EER, en wiens handelsagent gevestigd is in de EER en zijn werkzaamheden uitoefent binnen de EER, niet de mogelijkheid heeft om zich door een rechtskeuzebepaling in de overeenkomst te onttrekken aan de dwingende wettelijke voorschriften van de handelsagentuurrichtlijn inzake het recht van de handelsagent op klantenvergoeding of schadevergoeding. In het onderhavige geval was het daarom niet mogelijk om het recht op klantenvergoeding door rechtskeuze uit te sluiten.

Indien de handelsagent gevestigd is buiten de EER, maar de werkzaamheden binnen de EER uitoefent, is de situatie niet anders. Wanneer de handelsagent zijn werkzaamheden binnen de EU uitoefent, dan kan het recht van de handelsagent op klantenvergoeding niet door de rechtskeuze worden beperkt/opgeheven. Partijen kunnen weliswaar kiezen voor toepassing van het recht van een derde land, maar indien deze rechtsorde geen dwingend recht van de handelsagent op klantenvergoeding kent dat minimaal overeenkomt met het bepaalde hieromtrent in de handelsagentuurrichtlijn, dan heeft de handelsagent desondanks recht op klantenvergoeding.

Samenvatting
In een zakenrelatie waarin beide partijen gevestigd zijn binnen de EER en waarbij ook het contractgebied (althans deels) gelegen is binnen de EER, is contractuele uitsluiting van het recht van de handelsagent op klantenvergoeding onmogelijk.

Indien de handelsagent zijn werkzaamheden uitsluitend buiten de EER uitoefent in een land dat geen recht op klantenvergoeding kent, en indien bovendien Duits recht op de overeenkomst van toepassing wordt verklaard, dan is uitsluiting van het recht op klantenvergoeding mogelijk.

» Ga naar de link
Contactgegevens
Dirkzwager legal & tax
Van Schaeck Mathonsingel 4
6512 AN Nijmegen